De oude regels werkten jaren goed, maar dat is aan het veranderen. We worden steeds ouder, wisselen vaker van baan en ook de samenleving is veranderd. Daarnaast sluit de manier van verhogen en verlagen niet goed aan op de economie. Daarom hebben vakbonden, werkgevers en de overheid samen nieuwe regels gemaakt. Deze regels sluiten beter aan op nu. Bovendien maken de nieuwe regels het pensioen weer betaalbaar.

• Iedereen heeft straks een premieregeling met een eigen pensioenpot. Er is straks geen belofte meer over de hoogte van het pensioen. Je kunt straks zien hoe hoog de inleg in jouw pensioenpot is en hoe je eigen pensioenpot groeit door het resultaat van de beleggingen.
• Pensioen gaat ‘meebewegen’ met de economie. Dat betekent dat we je pensioen sneller kunnen verhogen als het economisch goed gaat. Maar als het minder goed gaat kunnen we je pensioen ook sneller verlagen. Om dat laatste zoveel mogelijk te voorkomen is er straks een reservepot: een soort spaarpot voor minder goede tijden.
• Het pensioen voor je eventuele partner en kinderen wordt eenvoudiger. De regels worden voor iedereen gelijk. Dat is wel zo makkelijk. En de hoogte wordt een percentage van het salaris op het moment dat je overlijdt. Het maakt niet meer uit hoelang je bij je werkgever werkt.

Vanaf 2027 bouwt iedereen pensioen op via een premieregeling. De kans is groot dat jij nu nog geen premieregeling hebt. De meeste deelnemers bouwen namelijk pensioen bij ons op via een middelloonregeling. Bij een middelloonregeling bouw je elk jaar een stukje pensioen op. Samen met je werkgever leg je elke maand geld in (premie). We beleggen dat geld om het bedrag te laten groeien. Het ingelegde geld en het resultaat op beleggingen zetten we aan het einde van elk jaar om in een stukje pensioen. Ook bij de premieregeling leggen jij en je werkgever samen geld in voor jouw pensioen. Alleen gaat het geld dat je inlegde en het resultaat van de beleggingen direct in jouw pensioenpot. En we zetten niet elk jaar het geld en het resultaat om in een bedrag voor jouw pensioen. Dat doen we pas helemaal aan het einde, als jij met pensioen gaat. Tot die tijd krijg je regelmatig een inschatting van je verwachte pensioen.

In het nieuwe pensioen zijn er 2 soorten premieregelingen: een solidaire premieregeling en een flexibele premieregeling. De meeste sociale partners en werkgevers kozen de solidaire premieregeling. Bij een solidaire premieregeling wordt het geld in alle persoonlijke pensioenpotten samen belegd. Het geld wordt belegd volgens het beleggingsbeleid van het pensioenfonds. Het resultaat van de beleggingen wordt vervolgens verdeeld over alle persoonlijke pensioenpotten. Bij het beleggen en het verdelen van het resultaat kijken we naar leeftijdsgroepen. Hoe ouder je bent, hoe minder risicovol we beleggen. Zoals gezegd gaat jouw pensioenpot meebewegen met de economie. Hierdoor kan je pensioen sneller omhoog, maar ook sneller omlaaggaan. Om ervoor te zorgen dat die schommelingen niet te groot worden is er bij de solidaire premieregeling een reservepot. Het geld in deze pot kunnen we gebruiken om te voorkomen dat de pensioenen omlaaggaan als het economisch wat minder goed gaat.

Sommige werkgevers kozen voor een flexibele premieregeling. Deze pensioenregeling heeft geen reservepot waarmee je schommelingen verkleint. Je hebt wel een aantal extra keuzes. Bij de flexibele premieregeling kies je zelf hoe je het geld in je pensioenpot wil beleggen. En je krijgt een extra keuze als je met pensioen gaat. Je kunt dan kiezen tussen een stabiel of variabel pensioen. Bij een stabiel pensioen krijg je elke maand ongeveer hetzelfde pensioen, zolang je leeft. Bij een variabel pensioen beweegt je pensioen meer mee met de economie.

We verwachten dat je pensioen verandert vanaf 1 januari 2027. Wanneer hoor jij meer over wat dat voor jou betekent? In de tijdlijn hieronder zie je de stappen op weg naar het nieuwe pensioen.