Reglementswijzigingen 2023
Belangrijkste veranderingen in ons pensioenreglement
Per 1 januari 2023 zijn de pensioenreglementen gewijzigd. Je vindt de reglementen op pensioenfondspgb.nl/reglementen. Je kunt ze ook bij ons opvragen. We hebben de belangrijkste veranderingen hieronder voor je op een rijtje gezet.
Wezenpensioen standaard uitgekeerd tot 21 jaar
Als je overlijdt, krijgen jouw kinderen mogelijk een wezenpensioen. Tot 2023 kreeg elk kind dit totdat hij of zij 18 jaar was. Dit is vanaf 1 januari 2023 verhoogd naar 21 jaar. Is jouw kind ouder dan 21 jaar en studeert hij of zij minstens 18 uur per week? Dan krijgt jouw kind tot uiterlijk 27 jaar een wezenpensioen. Dat is niet veranderd.
(Ex-)partners kunnen niet meer kiezen voor een partnerpensioen dat varieert in hoogte
Jouw (ex-)partner krijgt misschien een partnerpensioen als jij overlijdt. Vanaf 1 januari 2023 kan jouw (ex-)partner niet meer kiezen om de eerste jaren meer partnerpensioen te krijgen en daarna minder. Of andersom natuurlijk.
Wezenpensioen bij meer dan 5 kinderen
Tot 2022 bestond een maximering op de hoogte van het totale wezenpensioen bij meer dan 5 kinderen. Deze maximering is vanaf 1 januari 2022 vervallen. Daardoor krijgen nu ook meer dan 5 kinderen een volledig wezenpensioen.
Peildatum beoordeling pensioenopbouw op kosten van Pensioenfonds PGB bij arbeidsongeschiktheid veranderd
Word je ziek? En geeft het UWV 2 jaar na je eerste ziektedag aan dat je minimaal 35% arbeidsongeschikt bent? Dan bouw je mogelijk vanaf dat moment op onze kosten pensioen op voor het deel dat je arbeidsongeschikt bent. Vanaf 1 januari 2023 heb je recht op pensioenopbouw op onze kosten als je op je eerste ziektedag deelnemer bij Pensioenfonds PGB bent. Tot 2023 moest je de dag vóór je eerste ziektedag al deelnemer van Pensioenfonds PGB zijn om recht te hebben op pensioenopbouw op onze kosten.
Pensioen beter beschermd tijdens zorg-, educatief en ouderschapsverlof
Overlijd je als je zorg-, educatief of ouderschapsverlof hebt opgenomen? Dan hebben jouw nabestaanden recht op een partner- en/of wezenpensioen. Word je tijdens deze verlofperiode arbeidsongeschikt? Dan heb je recht op pensioenopbouw op onze kosten.
Jouw nieuwe partner heeft recht op volledig partnerpensioen in de beschikbare premieregeling
Heb jij een beschikbare premieregeling? En gaat een deel van jouw partnerpensioen naar je ex-partner (bijzonder partnerpensioen)? Dan heeft jouw nieuwe partner nu recht op het volledige partnerpensioen op risicobasis. Het bijzonder partnerpensioen voor jouw ex-partner heeft geen invloed op de hoogte van het partnerpensioen op risicobasis voor je nieuwe partner.
Minder fiscale (bijspaar-) ruimte voor deelnemers in de beschikbare premieregeling *
Vanaf 1 januari 2023 verandert de maximale inleg voor het opbouwen van extra pensioenkapitaal (bijsparen). Hoeveel je maximaal extra kan inleggen (fiscale ruimte) is afhankelijk van de staffel, het benuttingspercentage van de staffel en je leeftijd. Dat bepaalt je fiscale ruimte van dat jaar. Tot en met 2022 mocht jouw totaal ingelegde premie niet hoger zijn dan 100% (maximale benuttingspercentage) van de 1,5%-staffel. Vanaf 1 januari 2023 is het maximale benuttingspercentage van de 1,5%-staffel verlaagd van 100% naar 80%.
Hierdoor heb je minder fiscale ruimte en kun je dus minder extra pensioenkapitaal opbouwen. Bouw je extra pensioenkapitaal op? En wil je weten wat jouw maximale premie-inleg is? Kijk dan op mijnpgbpensioen.nl. Je vindt de informatie in laag 3 van jouw Pensioen 1-2-3.
* Deze tekst is op 3 april 2023 aangepast.
Ambitie toeslagverlening gewijzigd
Vanaf 1 januari 2023 probeert het bestuur elk jaar de pensioenen te verhogen met de gemiddelde prijsstijging (inflatie) in het afgelopen jaar. Hiervoor kijken ze naar de ‘consumentenprijsindex (CPI) afgeleid’ over de periode van september ten opzichte van september van het jaar ervoor. Jouw pensioen kan alleen verhoogd worden als er genoeg geld is. Om dat te bepalen, kijkt het bestuur naar de financiële situatie en de dekkingsgraad op 30 september van het betreffende jaar. De dekkingsgraad moet hoger zijn dan 110,0%.