Het verleden vormt je, is je fundament
Wie zijn wij eigenlijk?
Dit online magazine (een samenvatting van ons jaarverslag) staat in het teken van het verslagjaar 2021. Maar een jaar staat nooit op zichzelf. Het komt ergens uit voort, het gaat ergens naartoe. Daarom bevat een jaarverslag ook altijd een toekomstverkenning (zie laatste tabblad). Maar waar komen we eigenlijk vandaan? Goed om te weten, want het verleden vormt je; is je fundament. Dat geldt ook voor ons. We nemen je daarom hier ook graag even mee naar mijlpalen uit ons verleden.
1. Bijna zeventig jaar oud
Het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven, roepnaam PGB, wordt in 1953 geboren in Amsterdam, op 22 mei om precies te zijn. Het was een fusie tussen drie pensioenfondsen uit de grafische sector. Volgend jaar vieren we onze zeventigste verjaardag. Maar we gaan nog lang niet met pensioen. We blijven graag voor u zorgen.
2. Solidariteit als basis
De grafische sector kenmerkt zich door een sterk gevoel van samen zaken regelen. Dat komt zo: aan het begin van de twintigste eeuw woedt een hevige concurrentiestrijd tussen drukkerijen. Om het hoofd boven water te houden gaan werkgevers en werknemers samenwerken. De gebruikelijke tegenstellingen maken plaats voor een gevoel van verantwoordelijk en er zijn voor elkaar. Een saamhorigheidsgevoel dat nog altijd de basis vormt voor het bestaan van Pensioenfonds PGB.
3. Ouderen beschouwd als invalide
Tot in de 19e eeuw was je op je oude dag afhankelijk van de vrijgevigheid van je familie of de armenzorg. Pas in 1919 zet de overheid de eerste stap op weg naar een pensioenvoorziening met de invoering van de Invaliditeitswet. Ouderen boven de 65 worden als invalide beschouwd, omdat je op die leeftijd niet meer kan werken. Het eerste pensioen was dus eigenlijk een invaliditeitsuitkering.
4. Een bodempensioen
Tot in de 19e eeuw was je op je oude dag afhankelijk van de vrijgevigheid van je familie of de armenzorg. Pas in 1919 zet de overheid de eerste stap op weg naar een pensioenvoorziening met de invoering van de Invaliditeitswet. Ouderen boven de 65 worden als invalide beschouwd, omdat je op die leeftijd niet meer kan werken. Het eerste pensioen was dus eigenlijk een invaliditeitsuitkering.
5. Groei over de jaren
Bij het begin van onze jaartelling, in 1953, telde Pensioenfonds PGB ongeveer 32.000 actieve deelnemers. Samen beschikten zij over een vermogen van 53 miljoen gulden. Tegen het eind van de eeuw stond de teller op ruim 56.000 deelnemers en was het vermogen gegroeid tot bijna 16 miljard gulden. Op dit moment hebben we ruim 125.000 actieve deelnemers en beheren we een vermogen van ongeveer 37 miljard euro. En van een puur grafisch pensioenfonds zijn we veranderd in een pensioenfonds dat werknemers en werkgevers bedient uit 16 verschillende factoren.
6. Eén pensioenloket voor de hele sector
Aan het begin van deze eeuw krimpt door digitalisering het aantal medewerkers in de grafische sector steeds sterker. En dus ook het aantal deelnemers van ons pensioenfonds. Tegelijk stellen de wetgever en De Nederlandsche Bank steeds strengere eisen aan pensioenfondsen. Dat is voor kleine fondsen moeilijk te doen. Daarom kiest Pensioenfonds PGB bewust voor een verbreding van het draagvlak door samenwerking met pensioenfondsen in de media, communicatie en uitgeverijen.
7. Deur steeds verder open
In de jaren erna zet Pensioenfonds PGB de deur steeds verder open. Eerst naar sectoren en zelfstandige pensioenfondsen die verwant zijn aan de grafische sector, zoals de kartonnage- en drukinktfabrikanten. Maar al snel trekt het pensioenfonds ook heel andere sectoren aan, waaronder baggeraars, zeevissers en de bloemen- en plantengroothandel. Door die grotere schaal kunnen we kostenvoordelen behalen en zijn er gelijktijdig meer keuzes te maken voor sociale partners en/of werkgevers.
8. Andere naam
Om duidelijkheid te scheppen, verandert het fonds zijn naam in 2016 ook formeel van Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven in simpelweg Pensioenfonds PGB.
9. Geen pensioenverhoging sinds 2008
In 2008 is er een grote financieel-economische crisis. Alle Nederlandse pensioenfondsen worden hard geraakt. Pensioenfonds PGB ook. De dekkingsgraad (die aangeeft of een pensioenfonds nu en in de toekomst aan zijn verplichtingen kan voldoen) tuimelt in 2008 omlaag van 148% naar 97%. En dat is ver beneden de op dat moment minimaal vereiste 105%. Het totale rendement eindigt diep in het rood. Voor het eerst kunnen we de pensioenen niet meer verhogen (aanpassen aan de inflatie om koopkracht te behouden). En dat duurt tot en met 2021, het jaar van dit verslag.
10. Ook voor deelnemers die nog pensioen opbouwen is verhogen belangrijk
Pensioenontvangers voelen het verlies van koopkracht nú in hun portemonnee, en dat is vervelend genoeg. Maar ook deelnemers die nog pensioen opbouwen, merken dit. Want ook de opgebouwde pensioenen werden niet verhoogd. Dit betekent dat ook dat pensioen later minder waard is.
11. Voor het eerst verhoging mogelijk
Pas nu, begin 2022, is er voor het eerst sinds de crisis van 2008 ruimte ontstaan om de pensioenen te kunnen verhogen. Op 31 december 2021 was de beleidsdekkingsgraad 111,5%. Mede door deze verbeterde financiële situatie besloot het bestuur om de pensioenen te verhogen met 0,23%. Dat is niet veel, maar hopelijk toch een begin in de goede richting. De verhoging gaat later dit jaar in met terugwerkende kracht per 1 januari 2022 en geldt voor alle pensioenen.